Pas op voor grasaren bij honden
In de zomermaanden kunnen in de bermen en natuurgebieden grasaren voorkomen. Grasaren bevatten zaden en je ziet ze het meest in de periode van juni t/m augustus.
Voor honden kunnen die aren gevaarlijk zijn als ze door het hoge gras rennen en snuffelen. De grasaren kunnen in de vacht gaan zitten. Daarnaast komen ze vaak ook in de neus, ogen, oren, mond, keel, slokdarm of tussen de tenen terecht. Dit kan leiden tot een ontsteking en in het slechtste geval moet het operatief worden verwijderd.
Controleer daarom uw hond na elke wandeling om narigheid te voorkomen.
Hoe merkt u dat uw hond last heeft van een grasaar?
- Neus: de hond niest veel of wrijft met de poot vaak over de neus
- Oog: tranende ogen of wrijven in de ogen
- Oor: de hond schudt veel met de kop of houdt het hoofd scheef of jankt bij het krabben
- Huid: als een grasaar tussen de tenen zit loopt de hond vaak mank of likt veel tussen de tenen
- Keel: veel hoesten
Wat kunt u als hondenbezitter zelf doen?
- Loop met de hond niet door ongemaaide gebieden en houd de hond aan de lijn.
- Controleer de hond na elke wandeling in hoog gras
- Is de grasaar te zien? Dan verwijdert u deze met een pincet
Heeft de hond last van bovengenoemde symptomen, maar vindt u zelf niks? Ga dan met de hond naar de dierenarts.
Wat kan de gemeente doen tegen de grasaar?
Omdat deze grassen zo verspreid voorkomen in de gemeente is het onmogelijk om de grasaren actief te bestrijden. We proberen de overlast te beperken door middel van de reguliere onderhoudswerkzaamheden, zoals maaien en onkruidbestrijding. Langs wandel- en fietspaden wordt het gras vaker gemaaid. Zo wordt voorkomen dat lang gras over de paden gaat hangen.